OSSE HISTORIE
DINSDAG 19 SEPTEMBER 1944
Bevrijdingsdagboeken
Van 17 tot en met 27 september 2014 zet het Stadsarchief elke dag fragmenten uit dagboeken op de site van verschillende mensen die de bevrijding van Oss hebben meegemaakt. Dit zijn hele verschillende mensen; een broeder, frater, journalist en twee inwoners van Oss. In de inleidende tekst leest u meer over deze schrijvers.
Pater Simplicius: 's middags om half tweeWe hebben weer een rustige nacht gehad. Met uitzondering van de eerste nachtelijke uren (10 tot 12 uur) werden er geen vliegtuigen gehoord. Ook hedenmorgen hebben we niets meegemaakt. Van tijd tot tijd was er een heftig kanongebulder of een ontploffing te horen. Allerlei geruchten doen de ronde. Als zeker wordt verteld, dat Veghel en Uden in in handen der Engelsen zijn. Voorts werd hedenmorgen verteld dat het Tweede Engelse Leger, dat gisteren oprukte naar Eindhoven, nu contact heeft gekregen met de luchtlandingstroepen bij Nijmegen. De Engelsen zouden in een vlugge opmars met tanks en andere geschut een "corridor" tussen Eindhoven en Nijmegen tot stand hebben gebracht. Leden van : Vrij Nederland" (ondergrondse) hier uit Oss zouden vanmorgen hier op het klooster geweest zijn om den Zegen te vragen. Volgens hun zeggen zouden ze vanmiddag in actie komen. Wat er in de lucht hangt, weet ik niet, maar er broeit iets. Onze gemoederen zijn gespannen. We wachten maar rustig af., het is nu kwart vóór twee en ik ga een poosje rusten.
's middags om 10 uur:
OSS BEVRIJD door de ENGELSEN !!! HEVIGE STRAATGEVECHTEN !!! ALLES IS ORANJE !!! DE BEVOLKING IS DRONKEN VAN VREUGDE !!! ORANJE BOVEN !!! - LEVE WILHELMIEN !!!
Het is moeilijk om de gebeurtenissen te beschrijven, die hedenmiddag in het anders zo rustige Oss hebben plaatsgehad en de uitbundige vreugde en geestdrift, waarmee vandaag op deze onvergetelijke dag de bevolking van Oss is bezield, nu zij door een binnenrukkende colonne der Engelsen met behulp van de leden van "Vrij Nederland" weer is bevrijd van het Duitse juk. Hier volgt een kort verslag van de onvergetelijke gebeurtenissen. Om kwart vóór twee had ik mij zoals gewoonlijk naar mijn kamer begeven om mijn dutje te doen. Plotseling schoot ik wakker. Het hele klooster dreunde en duidelijk hoorde ik het joelen en schreeuwen van de mensen op straat. Ik vloog het bed uit en begaf mij, zo gauw mijn benen mij konden dragen, naar beneden, de straat op. Het was vijf minuten vóór drie. Op straat stond het zwart van mensen, die in zenuwachtige spanning schreeuwen en praatten en holden. Ook alle Paters en Broeder waren aanwezig. Wat was er gebeurd????? Twee Engelse tanks waren in volle vaart de Molenstraat doorgereden, de stad Oss in. Verderop hoorden we nu plotseling schieten Aan de andere kant van Oss, bij de kerk van den H. Gerardus ["Visserskerk", Berghemse weg], waren de Engelse tanks en de leden van "Vrij Nederland": slaags geraakt met de Duitse soldaten, die in de School, vlak bij genoemde kerk, legen waren, alsook in de toren van die kerk. Na een kort hevig schieten gaven de Duitse soldaten zich over en werden krijgsgevangen gemaakt. Een ogenblik later rolde de grote Engelse tank, die eerste die ik in mijn leven zag, en een vrachtauto met de Duitse krijgsgevangen door De Molenstraat voorbij. Ook op andere plaatsen in Oss lagen Duitse soldaten. Deze moesten allemaal onschadelijk gemaakt worden, maar zij gaven zich niet direct over. Het was een voortdurend schieten van belang.
De meest verwoede gevechten hadden plaats bij het Station. Het Station ligt nog geen 200 meter verwijderd van ons klooster. Daarom konden wij alles heel goed volgen. De mensen waren zeer onvoorzichtig en verdrongen zich op straat, om alles toch maar goed te kunnen zien. Als er geschoten werd, vluchtten zij weg, maar aanstonds daarop kwamen zij weer terug. Hier in Oss zaten ongeveer 200 Duitse soldaten, waarvan een groot gedeelte in de bekende Vlees-fabrieken van Zwaneneberg en Hartog en de chemische fabriek "Organon." Deze laatsten waren vast besloten zich niet over te geven, want ze verscholen zich achter de wagons van een trein, die op het Station stond, en schoten vandaar op de aanrukkende Engelsen en partisanen van "Vrij Nederland." Het was een voortdurend schieten met geweren, machine-geweren en mitrailleurs. Toen kwam een Engelse tank een handje helpen. Over de spoorrails reed hij naar de genoemde trein toe en schoot er een paar kanonnetjes op af... Een geweldig lawaai... De mensen vlogen van de straat af. Daarna nam de tank de trein nogmaals onder vuur, maar nu aan de voorzijde van het Station. Om ruim 6 uur was geheel Oss van Duitsers gezuiverd. Ze werden allen krijgsgevangenene gemaakt en op het politie-bureau of elders vastgezet. Nu brak in geheel Oss de feestjubel los. De ROOD-WIT-BLAUW-vlaggen wapperden van de huizen. Alle mensen droegen ORANJE-lintjes; zelfs zag je meisje in ORANJE-rokjes en jongens met ORANJE-broekjes aan en ORANJE-petjes op. De lucht weergalmde van het "Oranje Boven - Leve Wilhelmien". De indruk die dit alles op mij gemaakt heeft, kan ik niet beschrijven. Om half acht kwamen er vier grote Engelse tanks binnen rijden, en ik kan niet weergeven, hoe het volk toen onder het lawaai van de rollende tanks schreeuwde en juichte en met vlaggen zwaaide. Wij Paters waren al even gek. De tanks zaten vol met Engelse soldaten, zo zwart als roet. De Maréchaussee liep weer rond in haar vroegere uniformen en de oud-Burgemeester van Oss, Mr. De Bourbon, nam weer zijn intrek in de stad onder geweldig gejubel. Grote optochten hadden er plaats; er werd gehost, gezongen en gelachen, zoals gewoonweg niet onder woorden is te brengen. Ook zag ik, hoe verschillende N.S.B.-ers werden opgepakt en opgesloten op het politiebureau.. Op het ogenblik hebben zij ze nog niet allemaal te pakken, maar vannacht of morgen zullen zij er aan moeten geloven. Bij straatgevechten zijn drie of vier doden gevallen en enkele lichtgewonden. Dan waren er nog twee zwaargewonde Engelsen. Hoeveel Duitsers er gesneuveld zijn, weet ik niet. Morgen zal het plaatsje Heesch (bij Oss) bevrijd worden, zegt men. Vanmiddag van vier tot vijf uur was de lucht wederom vol met Engelse jagers, vliegtuigen en zweefvliegtuigen. Maar daar werd niet meer naar gekeken. Alles was gericht op de straatgevechten. Verdere berichten: Eindhoven is hedenmorgen gevallen. De vier grote Engelse tanks, die hedenavond hier binnenreden waren vanmorgen uit Brussel vertrokken. Bevrijd zijn nu: Grave, Wychen, Oss, Veghel, Uden, S.Oedenrode. In Grave hebben zich tragische toneeltjes afgespeeld: N.S.B.-vrouwen en meisjes, die zich met Duitse soldaten hadden afgegeven, werd het hoofd kaal geschoren; daarna werd er een hakenkruis op geschilderd en moesten zij met een portret van Hitler om de hals in optocht door de stad. In de omgeving van Grave en de Reek zijn hedenmiddag massa's parachutisten en pakjes neergekomen. In Nijmegen wordt hevig gevochten; het is nog niet bevrijd. Volgens geruchten moeten de Engelsen van plan zijn naar Zwolle op te rukken en naar de Zuiderzee. We hebben de RADIO weer in huis gehaald. Vanavond om 10 uur begaven wij ons naar de kerk om daar het "te Deum" te bidden en God te danken, dat we er zo goed van afgekomen. OSS is bevrijd. We hopen, dat de rest van Nederland nu ook spoedig volgen zal! Nu is het Dinsdagavond kwart over elf. Alles is rustig.
Henk Neuschäfer: 's-Morgens is het rustig in Oss. De Duitsche soldaten loopen doelloos door de straten of concentreren zich op het ststion. Er loopen geen treinen. Het gerucht gaat de ronde, dat Engelsche troepen die reeds enkele dagen in Veghel en Grave zijn, hedenmiddag naar Oss zullen komen. Inderdaad arriveerden om 3 uur 's-Middags 3 Engelsche tanks in Oss, die onmiddellijk begonnen met het beschieten der door de Duitschers bezette gebouwen, o.a. de school bij Pastoor Visser. Ze werden daarbij stevig geholpen door de 'ondergrondschen", die overal kwamen opduiken. Later kwamen nog enkele Engelsche gevechtwagens. De strijd duurde tot pl.m. 6 uur. Op kantoor zaten we allen in de schuilkelder. 18 Duitsche soldaten vluchtten bij ons de fabriek binnen. Zij waren bereid zich over te geven aan de Engelschen, doch niet aan de "ondergrondschen". Waar deze laatsten overal vandaan kwamen is onbegrijpelijk. Jongens van 16 en 17 jaar liepen met geweren. Onmiddellijk na de bevrijding kwamen de dundoeken, die 4 jaar opgeborgen waren geweest, voor den dag, terwijl bijna iedereen zich met Oranje tooide. Na het avondeten gingen we met de buurlui de stad in. Iedereen verkeerde in feestroes. 's-Avonds hebben wij, tesamen met Edu en Gon en met de Hr. En Mevrouw Veer op gepaste wijze het feest der bevrijding van Oss gevierd met het laatste restje vóóroorloogsche lekkernij, zoals zalm, sardientjes, echte thee, neskoffie, leverpastei en een klein glas alcohol.
Frater Helenus: Hoe vaak leest men niet in de oude kroniek de afgesleten gemeenplaats: deze dag moest met gouden letters... enz. Zou er ooit een dag zijn waarop deze smakeloze gemeenplaats weer vers en fris op de lezerstafel mocht worden opgediend. Deze dag is het waar iedere Nederlander Vier en een kwart jaar lang reikhalzend naar heeft uitgezien. De stille hoop op deze blijde bevrijdingsdag heeft het mogelijk gemaakt geduldig onze rug te krommen onder de zweep van den overweldiger. Maar genoeg daarvan Een kroniekverslag mag niet beschouwend worden. Het gaat hier om feiten en een feit is dat het deze morgen om half zes de bel ons op gewone alledaagse wijze wekte uit onze zoete dromen. Geen feestelijke geluiden begeleiden het klokgeklank; tenzij men de sierlijke lichte tred van Fr. Ansfridus als zodanig zou willen kwalificeren. Achter bezien ergert men zich over de doodgewone sleur waarmee we deze grootste dag in ons leven zijn begonnen. De toekomst is een echter gesloten boek en niemand kon die morgen bevroeden dat onze bevrijding zo dicht was. De voormiddag was rustig verlopen. Na de middagmaal trok de ganse communiteit tentwaarts om zichzelf den de medebroeder te vermaken met aangename kout en wat dies meer zij. Verschillende fraters hadden reeds plannen gemaakt, om na de recreatie andermaal de polder in te trekken en voor de derde keer te genieten van een nieuw transport van luchtlandingstroepen. De nieuwsgierigheid strafte zich zelf...
Al de fraters die thuis gebleven waren maakten de Osse bevrijding vlakbij mee, terwijl de uithuisige leden onser communiteit vanuit de polder met grote vraagtekens in hun ogen staarden naar de rookkolommen die boven Oss opstegen, niet begrijpend wat dit alles beduidde. Het zal drie uur zijn geweest toen het blaffen van een mitrailleur het angstige gedeelte van ons convent deed opschrikken. Tegelijkertijd klonk een luid hoera in de verte. Direct stond het gehele instituut op stelten.
Als bij intuitie begrepen we onmiddellijk dat de Tommies er waren. Overal renden zwarte schimmen met witte boorden door het huis. Al heel spoedig tekenden zich twee richtingen af waarin de monnikenschaar zich bewoog: te weten, de voordeur en het platte dak. Deze laatste observatieplaats had gedurende de vier oorlogsjaren reeds een zekere vermaardheid gekregen. De eerstvolgende post: DE VOORDEUR was meer voor bepaalde personen gereserveerd. Op deze dag echter was elk standverschil opgeheven en ook de mindere man was welkom. Of hij ook hartelijk welkom was vermeld de kroniek niet.
Ondertussen knetterden de mitrailleurs er geducht op los en vanaf de observatiepost: "HET PLATTE DAK" werd al spoedig geroepen en gebruld dat de strijd woedde bij de school van Pastoor Vissers. Deze school herbergde een aantal Duitse bakkers. Enkele dagen tevoren had Fr. Directeur nog pogingen aangewend om bovengenoemde bakkertjes in onze school te verkrijgen, hopende van verder ruig verlost te blijven. De Voorzienigheid had anders beschikt.
Circa drie uur waren drie Engelse tanks de Osse dreven binnengereden. De snode Duitse bakkertjes hadden het voorrecht de eerste stoot op te vangen. Daar het geknetter der mitrailleurs hen nog te lieflijk in de oren scheen te klinken, besloot de Engelse legerleiding even de tank-kanonnen te laten bulderen. Dit had tot gevolg dat op het platte dak van het Instituut "St. Nicolaas" de monniken plots waren verdwenen, om daarna de een na de ander weer voetje voor voetje op het toneel te verschijnen. Deze kanonschoten hadden echter ook een meer strategische uitwerking nl. dat er brand werd door onze fotograaf op de gevoelige plaat vastgelegd.
Merkwaardig is, dat juist in deze uren van gevaar niemand gebruik maakte van onze schuilloopgraaf. Alleen de initiatiefnemer zelf heeft enkele minuten er in doorgebracht. Dit was hij aan zijn stand verplicht gezien de zwaarwegende argumenten die hij vier dagen geleden aanvoerde om tot het graven van deze kuil te komen. Of zou misschien toch de schrik de drijfreden van zijn daad zijn geweest. Ondertussen woedde de strijd steeds verder. De Moffen renden als razenden de straat op, vlogen het ene huis in en het andere weer uit. De Engelse tanks reden rustig door de straat en achtervolgden de bakkertjes met stoicijnse bedaardheid.
Jongens met banden om, waarop de woorden "ORANJE" snelden de huizen in en joegen de Duitsers weer de straat op. Het mag en moet gezegd worden: De Osse jongelingschap gedroeg zich dapper. Fr. Flacentius redde door zijn kordate houding de B.L.O.-school van een fatale ondergang. Tenslotte werd het snood geboefte gevangen genomen en voorlopig ten toongesteld onder het overdekt terras van Café: Wed. de Smit.
Ondertussen had onze stad een geheel ander aanzien gekregen. Het eerste schot was nauwelijks gelost of de oranjestrikjes rezen op als uit de grond. Kinderen zwaaiden met oranjevlaggetjes en liepen met kleurige mutsen op. Van menige gevel wapperde de nationale driekleur. Jonge kerels met oranje-banden om, reden af en aan en zwaaiden krijgshaftig met hun spuiten. Het was een kostelijk gezicht. De mensen waren dol van vreugde. Niemand bleef binnen. Alles trok er op uit.
Ondanks de ernstige toestand was het toch een komisch gezich op de Heuvel. Hele drommen mensen trokken op naar het strijdtoneel. De straten zagen zwart van het volk. Een kanonschot was echter voldoende om de straat weer schoon te vegen. Om alle hoeken en kanten van elk portiek staken neuzen naar buiten. De kogel was nauwelijk de loop uit of het volk kwam weer tevoorschijn.
Er waren nog meer Moffen in Oss en dus starten de Tommies weer om elders de strijd aan te binden. Zo werden achtereenvolgens bevrijd: het Tapijtfabriek van de alom bekende "Wattenjood" en de oude Jurgensfabrieken waarin tijdelijk een gedeelte van Philips was ondergebracht. Toen het laatstgenoemde Moffenverblijf werd aangevallen kwam het strijdgevoel gevaarlijk dichtbij ons huis te liggen. De anders zo vreedzame en zachtzinnige kapelaan van Herpt krijste ons toe dat we de deuren en ramen moesten sluiten want de achtervolgde Duitsers vluchten bij voorkeur grote gebouwen binnen. Wij gaven aan deze wenk onmiddellijk gevolg en het zwarte gevaar verdween van de straat. Deuren en ramen werden gesloten en we trokken ons terug in de diepste diepten van het klooster. Een monnik is echter een monnik en een frater een frater. Dus behoorde het tot de onmogelijkheden in deze spannende ogenblikken onze ogen allen op binnenplaatsen gericht te houden. Geen wonder dus dat binnen de kortste mogelijke tijd de kijklustige broederschaar weer voltallig op de keien stond. Ook dit onvergetelijk moment werd door onze kloosterfotograaf vastgelegd. De eerste gewonden werden voorbij gedragen om in het "St. Anna-ziekenhuis" te worden verpleegd. Een droeve stoet, die gedurende twee uur aanhouden. Ook doden werd binnen gebracht. Stil stonden de mensen te kijken, ieder bezig met zijn eigen gedachten. Geen vlaggen wapperden in onze straat. Kinderen met oranje-mutsjes op, liepen rond en zongen "Oranje boven", terwijl een erbarmelijk huilende moeder achter haar gedode zoon liep. Een schrille tegenstelling die schrijver deze even het hoofd deed wenden.
Ook een zwaar gewonde Engelsman werd voorbij gedragen. Hij had een schotwond in een longtop. Toch rookte hij nog dieper zijn onafscheidelijke cigaret. Een geweldige kerel liep er achter. Hij had een gezicht als het Engelse Imprerium zelf. Strak en koud was zijn blik. Waarlijk een echte zoon van John Bull. Ze bekeken hem dan ook als een wereldwonder. Het was de eerste Tommie die we zagen. Even maakte we nog een spannende moment mee. De begeleide Engelsman zag van de andere kant der straat een groepje Duitse krijgsgevangenen aankomen, begeleid door trotse stappende oranjemannen. Zo gauw hij hen in het vizier kreeg richtte hij zijn spuit. Wij stoven achteruit en zagen reeds in onze gedachte kreunende soldaten badend in hun bloed. Kapelaan van de Spijker rende op de soldaat toe en wendde heldhaftig pogingen aan om uit enkele Engelse woorden een verstaanbare zin samen te stellen, waaruit de Tommie zou kunnen destilleren dat er heus geen reden was om te schieten. De soldaat antwoordde koel en onbewogen: "Dead for dead"!
Lang tijd hadden we niet om over deze diepzinnige woorden na te denken, want reeds naderde een nieuwe gewonde de hoek van de straat. Ze kenen enigszins vreemd op toen we twee der onze de baar moe zagen dragen. Voorwaarts en vaderlandse daad, welke hen tot eer strekt. Deze beide fraters waren die verdere avond nog op andere wijze actief en snorden ons Instituut herhaalde malen voorbij, in een keurig luxe wagentje.
"De Sirene": 't Gebeurt zeker: We zullen en moeten vandaag een, twee, drie of misschien nog meer bladzijden van ons dagboek vullen. Wanneer er ooit reden voor ons was om te schrijven dan is dit thans het geval. Maar van de andere kant vinden we de tijd, waarin we het juichende en bruisende gevoel, dat ons doorvlamt en van kop tot teen vervult, niet z'n eigen loop kunnen laten, verloren tijd. Daarenboven is het, hoezeer we ons er voor zouden willen concentreren, onmogelijk een goed verslag van de gebeurtenissen te maken zoals deze zich vandaag hebben voorgedaan en van de indrukken, die we te verwerken hebben gekregen. We zijn momenteel zo rijk, zo machtig, zo puissant rijk, en we zijn zo arm, zo heel arm aan woorden! We kunnen daarom niet naar voren brengen, hoe rijk we feitelijk geworden zijn. Want dit is het gekke in tegenstelling met misschien elke andere rijkdom: We zouden ieder, die we maar ontmoeten en zelfs iedere vreemde met onze rijkdom, op deze dag ons zo maar en tenslotte nog zo heel onverwachts in de schoot geworpen, op de hoogte willen brengen en.... er ook eenieder in willen doen delen. Trouwens ook eenieder - enkele uitzonderingen daargelaten! - deel er in! Zijn we echter arm aan woorden en al kunnen we niet alles vermelden, dit is niet zo heel erg. Dat doen later onze plaatselijke historici wel! Nu stormt alles op je aan in de blijde wetenschap, dat je vrij bent, nu hoor je, zie je en voel je niet anders dan dat éne, dat voor je als een bijna tastbare realiteit wordt, dat je echter toch ook weer niet in al haar overweldigende betekenis kunt omvatten. Je kunt het ook schier niet geloven, je weet niet waar je aan toe bent en toch zou je het telkens weer opnieuw uit willen schreeuwen of het ook willen verzuchten: Vrij, vrij. vrij! Dat zou je allemaal willen doen, jij, die gewoonlijk niet heel spoedig warm loopt of uit je evenwicht bent te halen, jij, die als heel nuchter bekend staat, jij, die dikwijls onbewogen langs je heen laat gaan. Wat een ander volkomen in beroering brengt. Vrij, vrij, vrij! Alles is ineens zo geheel anders en je moet er nog aan gaan wennen! Het kwam immers zo onverwachts, ook al hoopte je en veronderstelde je altijd weer, dat de verlossing nabij was. Maar niettemin besef je dat thans ondanks alle teleurstellingen en ongeduld eindelijk is geschied, waarnaar je al eerder en gedurende vele lange dagen had verlangd met de ontembare vurigheid van een vernederde en vertrapte ziel....
Gevoelens van vreugde, dankbaarheid en ontroering wellen in je omhoog. Je kunt het geen naam geven. Alles dwarrelt in je geest door elkaar. Maar deze dwarreling ontstelt je niet, zelfs al zou je willen lachen en schreien. Want zou je schreien, je zoudt het uiteindelijk alleen doen omdat per slot van rekening toch de vreugde de boventoon in je voert. En deze gehele mengeling van gevoelens en van herinneringen, van wederom doorleefde ervaringen en opborrelende dankbaarheid poogt zich te uiten in dat ene, steeds weer in velerlei toonaarden herhaalde „VRIJ, VRIJ, VRIJ"
Gisterenavond schreef ik: „Nog even de tanden op elkaar Wie weet hoe kort nog!" Ik kan derhalve getuigen, dat ik toen allesbehalve pessimistisch was gestemd, maar dat het zó vlug in z'n werk zou gaan, dat het voortaan ze kort zou duren had ik niet kunnen vermoeden, al ware m'n optimisme nog eens of nog verscheidene malen, groter geweest. Of was het een voorgevoel een inderdaad sterk en waar voorgevoel! De beantwoording van deze vraag interesseert me intussen minder! Het voornaamste is, dat we in werkelijkheid vrij zijn...
DE GEBEURTENISSEN Nu wil ik proberen de gebeurtenissen de mooie wondermooie gebeurtenissen, zoals ik ze heb meegemaakt, te recontrueren. Tegen half drie was ik bij de Paterskerk, toen ik geronk en gezoem hoorde. 't Kwam van de richting Heesch en werd allengskens sterker. In de voorafgaande dagen had ik meer geronk en gezoem gehoord. Was er voor de derde maal een luchtleger op komst? Als vanzelf tuurde ik daarom naar boven. Daar in de heldere hemel was niets te zien. Wel echter op straat. In razende vaart kwam een kleine Duitse auto aangesneld, alsof deze door de duivel werd achtervolgd. Zij verdween verder in de Molenstraat. Waarom dat onverantwoordelijke gejakker. De bezetter mag nu eenmaal alles! Hoe lang nog! We zouden het spoedig weten: Inderdaad niet lang meer!... Het geronk werd sterker. We begonnen zelfs iets van geratel te onderscheiden. Daar passeerde een tank de hoek voor ons. Wat een knaap! Nieuwsgierig keek ik toe, want niet iedere dag had ik Duitse tanks gezien. Moest de bezetter met z'n tanende macht ons toch nog ongerust gaan maken en „de ogen komen uitsteken"? Opeens evenwel constateerde ik haar als in een bliksemflits: Die ster daar voor op dat gevaarte, dat was de invasiester.... Een schok doorsidderde me en als vastgenageld aan de grond bleef ik staan! Als gebiologeerd stond ik daar te kijken: Daar naderde één, daar , naderden twee Engelse tanks! Dat ze gevolgd werden door enige Engelse legerauto's, waarin Britse soldaten en ook Nederlandse B.S.-ers zaten het ontging me de eerste ogenblikken volkomen. Die monstrueuze gevaarten, waaruit voor iedere vijand dreigend korte kanonslopen naar voren staken, werden voor me het symbool der bevrijding. Heb ik aanvankelijk gelachten of gehuild? Ik weet het niet! Wel weet ik dat ik later heb gezwaaid, gedanst en gejuicht en met mij zwaaiden, dansten en juichten anderen, die, Joost mag weten, overal vandaan waren gekomen.... Er waren er al heel wat onder hen, die met oranje waren getooid! Hoe was dat mogelijk? Oranje, de kleur der zo geliefde en begeerde vrijheid! En als gefascineerd door die kolossen begonnen we achter de stoet, die zich vrij snel voortwaarts bebewoog, aan te hollen. Wie dacht er nog aan, dat er bij de BBA nog moffen gelegerd waren? Want daar gingen onze bevrijders heen, verschanst in rijdend en onweerstaanbare forten. Wat zou ons nog deren! Gelukkig hielden die Duitsers bij de BBA zich stil, terwijl de tanks en auto's, die blijkbaar een rechtstreeks doel hadden, in flinke vaart verder reden. Daar was geen bijhouden aan, zodat vele hollende en nog immer enthousiaste mensen achterop raakten. Spoedig zou echter hun enthousiasme bekoelen. Want terwijl ze de overweg passeerden, floten er een paar kogels door de moffen vanaf het station en de goederenloods, afgeschoten, boven hun hoofden... Die venijnig flitsende kogels herinnerde er opeens op wrede wijze aan, dat de zo vurig verlangde vrijheid nog altijd niet was gekomen, en misschien tegen een zich stug verzettende vijand bevochten zou moeten worden. Zou dan toch nog.... Men mocht er niet aan denken! Er werd een domper op het enthousiasme gezet, dat even van tevoren nog zo hoog oplaaide en er ontstond een soort paniekstemming. De menigte stoof uiteen en vluchtte naar alle kanten. Men zocht een veilig onderdak in hotel van Alem, men stoof de Ridderstraat en het Park in, stelde zich in het stadhuis in veiligheid. Inmiddels was het gevecht verderop begonnen. Geweerschoten knalden, mitrailleurs ratelden en ook de kanonnen van de tanks spraken een duchtig woordje mee. Hoe zou het aflopen? Het werd steeds spannender en.... mogelijk riskanter. Op enkele plaatsen stegen de rookpluimen op! Wat was er in brand geschoten?! Zaten onze stadgenoten in een ander gedeelte van onze stad heel erg in het nauw. Zouden er al doden zijn gevallen? Konden die Engelse tanks, hoe geweldig ze ook waren, het tegen de Duitsers volhouden? Alle bange vragen! Zoals we later vernamen gaven de moffen zich niet zo maar gewonnen, doch ze konden tegen de tanks weinig uitrichten. Gelukkig! De binnenlandse strijdkrachten kwamen ook hier in Oss „boven de grond" en versterkten de gelederen van de bevrijders! Het schijnt dat de tanks linea recta naar de school van pastoor Vissers zijn gereden om de hierin gelegerde Duitsers te overvallen. Ze boden echter tegenstand. Tijdens dit gevecht verzamelden zich honderden nieuwsgierigen op de Heuvel en Berghemseweg. Dat er geen slachtoffers zijn gevallen mag wel een wonder worden genoemd. En toch kun je die roekeloosheid en onverantwoordelijkheid min of meer begrijpen. Wanneer men lange jaren verdrukt en „genegeerd" is en de kans komt, dat men eindelijk weer onder die vernederende en fatale druk uit zal komen, gaat men veel riskeren zelfs, z'n leven....
'T WAS GAUW AFGELOPEN! Het duel bij de Gerardus Majellakerk was gauw beslist. hoe warm het er even, naar ik vernam, ook is naar toe gegaan. Dat was de eerste etappe naar onze algehele bevrijding! Na het korte duel vluchtte een aantal Duitsers. Enigen van hen zijn later in Berghem achterhaald o.a. de beruchte „Blauwe Manke" van de Philips bewakingsgroep. Hij had nogal wat op z'n kerfstok en 't was begrijpelijk, dat hij de benen nam. Zo zullen er meer gegrepen worden met een slecht geweten, die hun gerechte straf niet zullen ontgaan. De andere Duitsers van de „Vissersschool" gaven zich over, werden ontwapend en gevangen genomen. Voor hen werden de rollen omgekeerd. Deze meesters van de bezettingstijd zijn thans: knechten geworden. 't Kan verkeren! De tanks lieten het hier niet bij. Zij denderden naar het station, waar een felle strijd ontbrandde. Een huis kreeg een voltreffer, andere huizen werden beschadigd. Ook de stad Oss en enkele inwoners hiervan moesten de tol aan het oorlogsgeweld betalen.
Via de Spoorlaan verplaatste de strijd zich vervolgens weer naar de Molenstraat. Hier werd de prijs voor een burger helaas nog hoger. Hij verloor zijn leven. Dat was heel erg en voor de nabestaanden om nooit meer te vergeten. Treurnis voor hen, terwijl zovele anderen te Oss een hoogtijdag doormaken.... Tijdens de gevechten vielen er nog enige andere slachtoffers. Er werden nl. enkele Engelse en Nederlandse militairen min of meer zwaar gewond. Doden waren er gelukkig verder niet te betreuren. De verliezen van de Duitsers zijn niet bekend. Men beweert dat er twee van hen zijn gesneuveld. Ook zij zullen wel gewonden tellen. Zijn er inwoners geweest, die tijdens de bevrijding schade opliepen, en waren er anderen, die er „beter" op zijn geworden. In de Philips' Bedrijven, waarin de moffen allerlei goederen hadden opgeslagen, had ook een kleinere en minder goed bedoelde invasie plaats. Een partij rookwaren, drank, zeep en vetten ging in, zij het onbevoegde, Nederlandse handen over. Toch konden ze misschien beter in die handen zijn, dan in die der Duitsers, die er immers ook niet eerlijk aan waren gekomen....
TOT ONGEVEER 5 UUR De strijd duurde tot ongeveer 5 uur. Toen viel hier en daar nog slechts een enkel schot. Langzamerhand waren de moffen buiten gevecht gesteld, tot krijgsgevangenen gemaakt ok gevlucht. Het was een uiterst sensationeel gezicht onze vroegere „beschermers" nu gedwee en met hun voortaan machteloze „klauwtjes" in de hoogte te zien opbrengen door de Tommies of Nederlandse jongens met het geweer of de stengun in de aanslag. Nu geen gebiedende gebaren meer, geen snauwstemmen.... Ik denk, dat die Duitsers de bewaking meer hebben beschouwd als een bescherming, want ofschoon we ze niet zouden gelyncht hebben, zouden ze Oss toch wel niet in onbeschadigde toestand hebben verlaten. Gelukkig voor hen kunnen dreigende blikken- niet doden of letsel toebrengen. Inmiddels liep de hele stad vol mannen, boordevol blijde gevoelens, die altijd maar door niet wisten, hoe hun vreugde te uiten. Ze zongen, dansten, juichten, wensten elkaar geluk, omhelsden elkaar zelfs. Weer vrije mensen geworden, waren ze niet langer nuchtere Nederlanders.... Overal oranje en vlaggen!
Nu konden we een restant van de laatste „illegale" Sirene, gisteren nog in het geheim gedrukt, openlijk op straat verspreiden. Wat een genot! 't Was of we met elk exemplaar een stuk herkregen vrijheid overreikten. Dat was tot gisteren en in al die voorafgaande dagen anders. In het donker moesten we ze hier en daar in de brievenbussen laten glijden. Toch waren er toen ook nog op de klaarlichte dag bezorgd, maar dan hadden hierbij de kameraads.... van de PTT ons, zij het onwetend, de helpende hand toegestoken. Ze hadden de z.g. dienstenveloppen, welke de Sirenes bevatten, argeloos bezorgd! Nadat de Duitsers waren weggeleid, kwamen de landverraders aan de beurt. Ze werden onder overweldigende belangstelling opgehaald door O.D.-ers en naar het politiebureau overgebracht. Het is niet meer dan billijk, dat zij die zich schromelijk misdragen hebben tijdens de bezettingstijd, die wonder genoeg voor ons nu voorbij is, hun gerechte straf ontvangen. Of zij vanavond hun boterhammetje met smaak zullen eten? Ook ik kon dit vanavond niet, maar dan uit louter vreugde. Ik kon alleen maar uitgelaten zijn en met mij waren het vele anderen! Tenslotte over deze dag nog enkele „losse" berichten.
NED MILITAIR GEZAG Zonder overheid kan ook een pas bevrijde stad niet zijn: Daarom staan we thans onder Nederlands Militair Gezag. Denk eens aan: Onder Nederlands Militair Gezag! Wel waren we nooit erg „soldatesk" aangelegd, maar vandaag klinkt dat woord „Nederlands Militair Gezag" ons als muziek in de oren. Ook is onze burgemeester terug. Dit wijst er op, dat het anders zal gaan worden. Met hem zullen de „goede" politie-agenten en de Ordedienst voor een goede gang van zaken gaan zorgen. Vervolgens deed een hieuw begrip zijn Intrede: We hebben een „Avondklok". 's Avonds zal men voortaan na 9 uur niet meer op straat mogen zijn. Nu dit door onzé eigen Nederlandse overheid verordend wordt geven we hieraan met graagte gehoor. Want al zijn we nu bevrijd, veilig is het nog niet. Hoeveel sympathieker klinkt dat „Avondklok" dan het moffrikaanse „Sperrtijd"! Na 9 uur werd het stil op straat. maar nog immer zong de blijde stem der bevrijding in ons binnenste zijn we in de intimiteit van onze huiskamers luidruchtig geweest.
EEN HISTORISCHE DAG De dag van vandaag is een historische dag geworden zoals wij, zoals geheel de !stad Oss in haar lange geschiedenis, nimmer beleefde. En intussen komen we er nog altijd maar niet aan uit: Vrij na ruim 4 jaar knechting; de gehate moffen weg; geen slavenjuk meer; we kunnen voortaan spreken, zoals we willen; onze eigen mensen staan weer in het vervolg boven ons! We kunnen dit en meer nog niet beseffen, maar toch is het zo.... Oss is vrij, vrij, vrij!!!
Joannes Post: 's Morgens is er niet veel bizonders, het werk ligt veelal stil en de stemming is wat zenuwachtig, wat staat er ons te wachten en hoelang nog. Valkenswaard was gevallen op maandag nu heet Eindhoven bezet. 's Middags om ± kwart voor drie worden tanks gesignaleerd in de Molenstraat en de helft van de fabriek holt weg om te kijken of naar huis te gaan. Er zijn nog eenige honderden Duitschers in Oss, maar een deel heeft 's morgens gezegd zich te willen overgeven, anderen zouden er niet aan denken. Bij de spoorwegovergang stroomt alles samen om te kijken!! naar de oorlog. Bij de eerste schoten holt alles weg. Om 5 voor 3 rennen eenige Duitsche soldaten het terrein op. Ieder die nog aanwezig is denkt aan opblazen en verlaat de fabriek naar de schuilkelders. Er wordt door mitrailleurs en geweren flink geschoten een paar felle schoten blijken achteraf afkomstig van een tank, welke de Visser's school in brand heeft geschoten. De aldaar aanwezige ±100 D. geven zich hierna vlot over. De menschen blijven op straat loopen waardoor enige slachtoffers en veel gewonden. De opslagplaatsen van stroo van v/d Bergh a/d Klaphekkenstraat gaan in vlammen op. Op de fabriek zitten 14 D. die zich willen overgeven, maar er moet eerst een Engelschman komen, ze gaan met geen politie mee. Ondertusschen wordt nog steeds weerstand geboden uit twee treinen op het emplacement. De aanwezige twee kleine tanks gaan weg en na ±/2 uur komen twee kapitale tanks aan. Een stelt zich op in de lengterichting van de 1e trein en er davert een schot door Oss nog een schot en de oorlog schijnt voor ons teneinde. Twee Engelschen komen de 14 D. ophalen en deze gaan naar café tegenover Visserskerk waar alle krijgsgevangenen zitten. 's Avonds joelt en danst heel Oss, denkt bevrijdt te zijn en steekt de vlaggen uit. De burgemeester komt op de Heuvel en er is echt feest. Zelf kregen wij bezoek van van Meurs, van Neer ±1/2 11 komt de geheele familie Ploegmakers. Om ± 2 uur is feest afgeloopen.
Rode Kruis: Toen de bevrijding van Oss op 19 Sept een feit was geworden werd door de Koninklijke Patrouille (K. P.) een Roode Kruispost opgericht, welke onder leiding van de Heren W. Stoltz en H. v. Uden ten doel had aan die personen eerste hulp te verlenen, die door oorlogshandelingen gewond waren geraakt. Deze post werd gevestigd in het gebouw van de O.D. aan de Kruisstraat.
Terug
|