OSSE HISTORIE
MAANDAG 25 SEPTEMBER 1944
Bevrijdingsdagboeken
Van 17 tot en met 27 september 2014 zet het Stadsarchief elke dag fragmenten uit dagboeken op de site van verschillende mensen die de bevrijding van Oss hebben meegemaakt. Dit zijn hele verschillende mensen; een broeder, frater, journalist en twee inwoners van Oss. In de inleidende tekst leest u meer over deze schrijvers.
Frater Helenus: Met 'n ironische tikje van de wijsvinger tegen het voorhoofd, zou je vorige week dinsdag den pessimist het zwijgen hebben opgelegd, die je kwam vertellen dat Oss nog zware dagen te verduren zou krijgen. En toch vandaag kromp Oss ineen onder de pijnlijk slagen van de wrede oorlogszweep.
Circa half zes, waagden Hitler's trouwste trawanten, 't beruchte en alom gevreesde S.S.-rapalje, 'n aanval op onze stad. Langs de Heescheweg trachtten ze Oss binnen te trekken. Dat de schuilloopgraven van Mgr. Van den Boerpark, voor deze gelegenheid "toevallig" in warme nestjes waren veranderd, leek hun de afschuwelijkste sabotage, die ooit op Gods lieve aardbodem was gepleegd. Dat was niet leuk van die Engelsen om door Duitsers gegraven schuilopgraafjes te misbruiken voor "pief-paf-poef" doeleinden. Wat er ook van zij: De Tommies ontvingen hen warm. De Duitse S.S.-ertjes stelde deze hartelijk wijze van ontvangst... zo buitengewoon op prijs dat ook zij van hun kant ook al 't onmogelijke deden om aan 't bezoekje 'n echt warm cachet te geven. 't Knalde er dan ook vrolijk op los. Na twee uur vechten kwamen de Duitsers in 'n betere positie. Nu voelden ze zich pas in hun element. De steeds succesvolle terugtocht was begonnen. Altijd meer ging het teruuguug en in hun vreugderoes over deze grandiose verschalkingsmanouvre laaide hun moed op tot boven hun Pruisische helmen. Nee, bij zo'n feest hoorde vuurwerk. Reeds zwaaiden de fakkels door de lucht en ging het eerste huis in vlammen op. Hun moed kende geen grenzen meer. Waren zij niet de zonen van het machtige "Germanje"? Was Hitler hun ploegbaas niet? Waren zij niet "die besten Soldaten der Welt"? Dapperder als zij waren er niet. "Feuer"! Een kogel floot naar een arme vrouw, die haar kleine zocht. Deuren werden ingedeukt. Kinderen vluchtten gillend de straat op, nagekogeld door dappere Duitse soldaten. En huis na huis stond in lichte laaie. Vanaf onze observatiepost "Het platte dak" zagen we rossige vuurgloed en het felle oplichten van nieuwe brandhaarden. De gewonden kwamen reeds voorbij en nog menige keer hoorden we de lugubere claxonstoot van de bekende "gele wagen". De Pruisische brandstichters zetten hun succesvolle terugtocht door om ten slotte ziek van dapperheid en soldatenmoed te belanden in de bossen langs de Heescheweg, in de buurt van Kiske's speeltuin.
Hun feestroes had de bodem van het glas nog niet bereikt, want de gedurende de gehele nacht klinken nog vreugdeschoten. Een ooggetuige vertelde dat een Engelsman een brandstichter letterlijk door middenschoot. "Ik zag hem brandstichten", aldus een Tommie, en kon me niet weerhouden de lafaard met enkele goedgerichte kogels z'n Duitse body te doorzeven. Een Engelse officier gaf zijn afkeuring over deze daad te kennen met de volgende woorden: "Wat met één kogel kan, moet je niet doen met tien".
Onze goede, hulpvaardige Fr. Siadus bood zich spontaan aan om gedurende deze angstigst nacht de Hulp-Rode-Kruiswacht te betrekken. Het nuttige en aangename verenigend plantte de olijke Sjaak zijn bedje in spreekkamer No. 5, kroop lekkertjes onder de wol en ... waakte dapper. Gelukkig werd de edele nachtwacht niet gestoord in zijn Petrusrol en hij kon het waken en bidden met een gerust hart overlaten aan meer devote zielen.
Henk Neuschäfer: Tot pl.m. 5 uur een betrekkelijke rustige dag gehad. Tegen ongeveer 6 uur in den namiddag drongen pl.m. 200 Duitsche soldaten via de Hei, Heescheweg Oss binnen, waarbij zij van Kiske tot den Hazenakker alle huizen in brand staken, alsook verschillende huizen vooraan Oss. Zij drongen door tot ongeveer de Paterskerk en de Asterstraat/Floraliastraat, waarbij veel huizen kogelschade opliepen. Aan de achterkant van de Floraliastraat werd o.m. het huis van mijn schoonmoeder beschoten, waarbij verschillende ruiten van de slaapkamers sneuvelden. Hevige gevechten tot pl.m. 9 uur 's-avonds, terwijl ook den geheelen nacht rechts en links nog werd geschoten. Weer in de kelder geslapen.
Pater Simplicius: Het was ongeveer half zes, toen de aanval begon. We waren juist klaar met ons koorgebed. Op bevel van Pater Prior moesten we allemaal naar de kelder toe, welke hier onder het klooster doorloopt. Om ongeveer 8 uur was de aanval afgeslagen. Vanuit de kelder hoorden we het tank-geschut en het geratel van de mitrailleurs. De Duitsers kwamen vanuit de richting Heesch en drongen steeds dichter op. De bedoeling was blijkbaar beslag te leggen op de Vleesfabrieken van Zwanenberg en Hartog. Op deze fabrieken hadden de Engelsen hun mitrailleurs opgesteld. De Duitsers bestookten de fabrieken voortdurende met vuurkogels om de gebouwen in brand te schieten. Intussen zaten wij in de kelder te wachten en enkelen van ons waren zeer bang. Om een uur of acht begaf ik mij met enkele andere voor een zekere boodschap naar boven en toen zagen we vanuit de gang een geweldige vuurgloed op een 300 meter afstand van ons klooster. De vlammen sloegen met geweldige golven omhoog in de schermachtige avond. Het was een vreselijk schouwspel. Terwijl wij daar zo stonden te kijken, werd plotseling hard aan de bel van de voordeur getrokken. Wij gingen kijken en zagen verschillende mensen onder geleide van Engelse soldaten, die uit de omgeving van het geschut en de brand gevlucht waren en bij ons in het klooster onderdak zochten. Enkele ogenblikken later brak ook op andere plaatsen brand uit. De Engelse soldaten vertelden, dat de aanval afgeslagen, maar dat de Duitsers nog wel weer een nieuwe aanval zouden doen. Daarom hadden zij in Grave versterking aangevraagd. De Duitsers hadden zich wel teruggetrokken, maar ook hadden zich vele Duitsers zich de huizen verborgen. Er kwamen nu ook nadere bijzonderheden binnen over de huizen, die door de Duitsers met handgranaten en lucifers in brand gestoken waren. Gedeeltelijk was de brand ook veroorzaakt door de Engelsen, die de huizen, waarin de Duitsers verscholen waren, onder vuur hadden genomen. Zo zijn acht of negen huizen afgebrand. Gelukkig was de wind gunstig. Anders waren nog veel meer huizen afgebrand. De Engelsen hadden één dode en enkele gewonden. Ook waren enkele burgers gewond. Zoals begrijpelijk is, lag heel de kloosterlijke dagorde door elkaar. Ieder at zijn boterham op eigen houtje. Meerderen van ons brachten koffertjes, dekens en andere waardevolle dingen naar de kelder, want ieder van ons verwachtte een nieuwe aanval. Pater Prior gaf aan verschillende mensen hieruit de buurt, ook vrouwen, verlof, om binnen het Slot te komen. Toen kwamen er veel mensen met koffertjes, dekens, pakken, mantels, enz. ons klooster binnen en betrokken onze kelders. Het was een mooi gezicht. Ze waren vastbesloten, vannacht bij ons in de kelder te blijven. Wij Paters verlangden echter naar onze gewone slaapkamers boven weer te betrekken en daarom ging ook ik om ongeveer half elf naar boven. Nadat ik me geschoren had, maakte ik mij juist gereed om in bed te stappen, toen we allemaal gewaarschuwd werden, dat de Duitsers weer op komst waren. Toen zijn we maar weer naar de kelder verhuisd, in de mening, dat we de nacht in de kelder moesten doorbrengen. In de kelder waren, zoals gezegd is, reeds veel mensen hier uit de buurt. Deze mensen zijn de gehele nacht bij ons in de kelder gebleven. De meeste Paters gingen echter om half één weer naar boven, omdat het toch rustig bleef. Enkelen zijn de gehele nacht opgebleven. Gedurende de nacht is er veel geschoten, maar ik had zó'n slaap, dat ik er niets van gehoord heb.
Rode Kruis: Op 25 September vond de verhuizing plaats van het E.K. huis naar de huishoudschool, en richtten het gebouw in zo goed en zo kwaad als het kon. Op verzoek van den heer P., Floraliastraat, werd overgebracht door Zr. Kipperman en J. Klauwens, patient H. S. van zijn woning Asterstraat naar het huis van den heer P. aan de Floraliastraat. Aard der ziekte: longontsteking. Bericht ontvangen, dat verschillende gewonden zich ophielden aan de Heescheweg. Wagen rijdt uit met 3 E.H.B.O.-ers. Keert onverrichterzaait terug, daar de patienten niet te bereiken zijn vanwege de grote branden die daar woeden.
"De Sirene" Thans zijn we een week bevrijd, een week, die heel wat van de voorafgaande ellende goed heeft gemaakt, waarin we tot het toppunt van bijna waanzinnige vreugde waren gestegen, maar waarin we ook heel wat zorg hebben gekend. Het schijnt nu dat de oorlog voor ons nou eigenlijk moet beginnen! De gebeurtenissen van vandaag wijzen hier wel een beetje op. Wij schrijven, een ,,beetje"! Maar zijn we eerlijk ook tegenover ons zelf, dan moeten we volmondig toegeven, dat we er allesbehalve gerust op zijn. Je herkregen en zo dierbare vrijheid weer bedreigd te zien.... Tegen half zes ging het gerucht dat er Moffen op komsten waren om een tegenaanval te ondernemen en zo mogelijk Oss te heroveren. Daar de wens de vader van de gedachte was, wilden we het zo maar niet zonder meer aannemen. Een tijd als deze geeft immers zo spoedig aanleiding tot wilde veronderstellingen. Maar... de Engelsen troffen voorbereidingen! Zou dan toch... Inderdaad gebeurde het gevreesde dat we maar al te graag naar het rijk der onmogelijkheden wilden verbannen. Om ruim 6 uur begonnen kanonnen opeens hartig woordje te spreken en de mitrailleurs deden het nijdiger met felle kort opeenvolgende tokken. Het klonk van verderop, maar ook van angstig dichtbij. Granaten gierden door de lucht met snerpend en gierend geluid. Er sloegen er van in... Vanuit de richting Heescheweg laaiden de vlammen op! De stad Oss in de frontlijn... Het werden bange uren. Zou het geweld nog naderbij komen en wat hadden sommigen van onze eigen mensen al mee moeten maken? Het werden uren van benauwde spanning, welke tot ongeveer half negen voortduurde. Om half negen kwam er gelukkig meer stilte. Het volk, dat zich begrijpelijk terug had gehouden, verscheen weer op straat, nog wel uit z'n gewone doen - voor zover er tenslotte in deze typische tijd van een gewone doen gesproken kan worden en ook nieuwsgierig... Hoe had dit alles zich toegedragen, waar waren de granaten terecht gekomen? In zoverre was men gelukkig dat de Duitsers verdreven waren! Men ging de Heescheweg op, want daar was het vooral te doen geweest. Inderdaad zag men hier de oorlog in zijn wede, ontstellende werkelijkheid! Verscheiden huizen stonden hier in felle gloed. Een in-treurig schouwspel. In hun woede over hun mislukte aanval hadden waren brute vandalen onschuldige burgers laten boeten zoals ze dit gebeuren vier lange en smartelijke jaren reeds zovele goeden en brave Nederlands al hebben laten doen. Deze methode is blijkbaar wel hun sterkte zijde! Wat schieten ze er mee op! Intussen zijn deze bewoners brave en goede mensen, alles kwijt. En dit in deze tijd. 't Is voor hun wel bijzonder dramatisch. Reeds hebben ze kunnen ondervinden wat het betekende weer vrij te zijn en tot deze bevindingen gekomen treffen dergelijke rampen. En ergens hier niet ver vandaan pochen waarschijnlijk sujetten, die de naam van mens niet verdienen, over hun beestige heldendaden. Bah en nogmaals bah.
Uit de verhalen, die de ronde doen, meen ik het verloop van de gebeurtenissen als volgt te kunnen reconstrueren. Een troep van naar schatting ruim 300 moffen heeft vanaf de Heescheweg een aanval op Oss gedaan. De hoek - nabij het kruisbeeld - zijn ze op de eerste tegenstand gestoten. Hier schijnen ze niet veel verder te zijn gekomen. Een gedeelte van de troep ging het langs een achterommetje zoeken, achter de huizen bij de Heescheweg en door de Beatrixsingel. Dit gedeelte bereikte de Oude Molenstraat en schijnt zelfs dicht bij ,,Organon" te zijn geweest. Het vastberaden vuur en het doorzetten van de Engelsen B.S.'ers. O.D.-ers deed deze groep de aftocht blazen, echter niet dan na hun haat verwekkende wandaden. Nogmaals bah. Hoe laag en gemeen..... Het verder gedeelte van Oss - gelukkig verreweg het grootste! - schijnt wel - om het aldus uit te drukken - door het oog van een naald te zijn gekropen. Men beweert n.l. dat onze verdedigers heel van geringer in aantal waren dan de Duitse vandalen. Hulde aan deze dappere kerels. In de verdere omtrek bleef het schieten onregelmatiger voortduren. Nu om ongeveer half elf is het tamelijk rustig, maar de lucht is nog rood tengevolge van de ontstane en gestichte branden. Mogen we voor de laatste keer iets dergelijks hebben meegemaakt. Vrouw van Rust, bescherme Oss!
Johannes Post:
Er gaan verhalen over Duitschers in Heesch en Geffen. Overdag gebeurd er niet veel alleen wat schieten in de omgeving. 's Avonds tegen ± ½ 5 zijn groote rookwolken te zien in de richting Heescheweg. Vanuit bovenraam valt te schatten dat het moet zijn aan het einde van de Kortfoort en Heescheweg. De enen brand na de andere laait op. Er wordt veel en hard geschoten. Wij hier weten niet goed wat er gebeurd slechts dat er een aanval op Oss plaats heeft. 's Avonds voor het naar bed gaan eerst nog geinformeerd hoe de toestand was en of wij kunnen gaan slapen. H.K.V.N. adviseert rustig gaan slapen. De volgende dag komen de verhalen en feiten. Deutschers komende uit de richting Heesch trokken brandschattend langs de Heeschweg op Oss aan. Ieder huis en boerderij kreeg bezoek. Vele huizen en boerderijen werden in brand gestoken o.a. P.G. Loosbroek, boerderij naast Loosbr., Govers enz. enz. De menschen welke allen hun kelders hadden opgezocht werden eruit gejaagd, verhinderd iets mee te nemen en onder het vuren door moest men maar zien te vluchten. Een man welke uit zijn kelder vluchtte achter z'n divan zag zijn huis voor zijn oogen in brand steken, kreeg nog een kans de brandende boel buiten te gooien en redde zoo z'n huis. Aan 't Monsg. De Boerpark zaten Engelschen; achter de huizen van de Vries, Pijnenburg zaten Duitschers. Deze openden het vuur op elkaar dwars door de huizen heen welk in geheel vlammen opgingen enz. enz. Burgers werden gedwongen onder het vuren door gesneuvelde moffen op wagens te laden, n.l. Jansen en V.d.Veerdonk, a/d Heescheweg.
Terug
|