OSSE HISTORIE
VRIJDAG 22 SEPTEMBER 1944
Bevrijdingsdagboeken

Bevrijdingsdagboeken_Opening22 (jpg)


Van 17 tot en met 27 september 2014 zet het Stadsarchief elke dag fragmenten uit dagboeken op de site van verschillende mensen die de bevrijding van Oss hebben meegemaakt. Dit zijn hele verschillende mensen; een broeder, frater, journalist en twee inwoners van Oss. In de inleidende tekst leest u meer over deze schrijvers.

Pater Simplicius:
's avonds om 7 uur
"Vrij Nederland" patrouilleert door de stad. Engelse gevechtswagens rijden in en uit. Hedenmiddag om 4 uur kwamen hier in de stad enige Duitse wagens binnenrijden. De Duitsers werden onschadelijk gemaakt en als krijgsgevangenen ingerekend. De Nederlandse Vlag is overal weer binnengehaald, want we zijn nog lang niet veilig, zolang Den Bosch nog niet gevallen is. 

's avonds om 11 uur:
Bij Arnhem wordt fel en heftig gevochten. De Duitsers gooien alles in de strijd en de Geallieerde luchtlandingstroepen lijden zware verliezen. RADIO "ORANJE" van hedenavond 8.15 zei o.m. het volgende: "De positie van de Geallieerden bij Arnhem is zeer critisch".... Dat loopt mis! Bovendien werd vandaag het Tweede Engelse Leger in haar opmars naar Nijmegen gestuit, omdat de Duitsers tussen Veghel en Uden bij Mariaheide een doorbraak hebben geforceerd. 

Rode Kruis:
In een vergadering op 22 September werd besloten de post te vestigen in het E.K. huis [nu Hooghuisstraat 12] op de Heuvel en deze post dag en nacht door verschillende ploegen te laten bezetten. Kapelaan Brands en A. van Berkom stelden hun auto kosteloos ter beschikking van het Roode Kruis.
Verbonden aan de Kruisstraat te Oss Van B. uit Oss, aard der verwonding: snijwond rechterwijsvinger. Na verbonden te zijn, krijgshandelingen hervat.
Des avonds 21 uur, telefonische oproep voor het ophalen van een gewonden Duitse militair in Nuland. Met bestelwagen van Bach vertrokken chauffeur Leenders en de E.H.B.O.ers N.v.d.Hurk, P.Dietvorst en J.Klauwens. In Nuland aangekomen bleek, dat de gewonde geen Duitse militair, doch een Nederlandse burger was. Aard der verwonding: ernstig gewond door handgranaat. Burger werd vervoerd naar St. Annaziekenhuis, aldaar door verplegend personeel overgenomen. 

Henk Neuschäfer:
Deze dag begon ook rustig; de geallieerden blijven regelmatisch vleesch, etc. halen. 's-Morgens en 's-Middags hebben wij de voorraden uit het Wehrmachtlager aan de geallieerden troepen overgedragen R.A.S.C. (Royal Army Service Corps). Om pl.m. 3 uur kwamen 2 Duitsche legervracht-wagens naar de Philipsfabrieken om daar jenever en rookartikelen te halen. Voor levensmiddelen hadden zij geen interessen. Enkele tanks hinderden hen in dit voornemen en dreven hen op de vlucht. 's-Avonds werd er in de buurt van Oss (richting Geffen) hevig geschoten. Wij hebben daarom de kelder met matrassen in gereedheid gebracht om daar bij eventueele gebeurtenissen te kunnen slapen. 

"De Sirene":
Onze stad heeft in deze dagen van spanning haar ups and downs! In haar directe omgeving wordt er, naar men zegt, hevig gevochten. Dat we daar maar niet achter kunnen komen. Maar in elk geval horen we vrij regelmatig vanuit diverse richtingen schieten. Heel ver af is het zeker niet. Minder plezierig is het, dat de motten de lucht onveilig maken en het minst plezierig is het wel. dat ze „op de grond" hedenmiddag wederom een brutaal stukje hebben uitgehaald. Ze zagen n.l. kans om met twee vrachtwagens bij de Philipsfabrieken te komen blijkbaar met het doel om hier voorraden te bemachtigen. Deze opzet evenwel mislukte. Na een gevecht, waarin de O.D.'ers zich goed weerden werden ze door een Engelse tank verdreven. We hopen dat ze geen 3e keer komen opdagen. Het wordt te flauw en we hebben van de Duitsers meer dan genoeg. Intussen is wel bewezen, dat de bewaking en afzetting van de stad ie wensen overlaten.
Tegen de avond liet het geschut zich nogal horen. Het was nu en dan een beetje angstig.
Het nieuws van elders bevat het volgende blijde bericht: De Waalbrug in Nijmegen viel onbeschadigd in geallieerde handen. Nu kan er door worden gestoten en zal er wel schot in komen. Wijzelf schijnen hier in een soort corridor te zitten. Een corridor is niet breed en wij zitten hiervan aan het kantje. Een inderdaad minder plezierige positie. Er zouden echter uitbreiding en verbreding kunnen volgen!
Intussen zijn er ups and downs en stijgt en daalt onze stemming. Van een ding zijn we evenwel ten volle overtuigd: Er zijn er die het ontzaggelijk moeilijker hebben dan wij.

Joannes Post:
Wij waren van plan met Hans en Adriaan naar "de Graaf " te gaan. Even voor we willen gaan kwam Andriessen langs. Deze deed dienst aan de K.P. als tolk met de engelschen. Hij raadde de reis sterk af daar er nog diverse groepen Duitschers in de omtrek zouden zijn. Wij vonden het jammer maar een goede raad is duur dus bleven wij thuis.
's Middags lagen wij rustig in de tuin toen plotseling juff. Marie Ploegm. kwam aanlopen: "Mhr. Post daar rijden twee auto's met D. Oss binnen. We voelden ons hopeloos verlaten maar na eenige ogenblikken klonk gerikketik uit de stad. Na 10 min kwamen jongens uit de stad en zeiden dat beide auto's kapot geschoten waren, daarna werd het een en later geen. Officieel bleken de auto's de poort van Philips geramd te hebben. De tank erachter opende het vuur waarop beide auto's de vlucht namen naar de polder. Een auto werd gevangen. De ander ontkwam. Het bleek dat ze uit Breda kwamen om eten te halen. Al deze sensaties deden de stemming wel erg zakken. Ieder verlangde naar vaste bezetting, de verhalen over moffen dichtbij en veraf kwamen steeds weer, zonder dat men wist wat waar was.

Frater Helenus:  
Onze straat-correspondent seint:
Daar onze scholen stop liggen wegens de oorlogstoestand en de ledigheid nog steeds een oorsoen is van de duivel ondernam ik in de namiddag andermaal 'n kleine wandeling door de stad. Ik had 'n gezel opgesnord en met 'n behaaglijk renteniers gevoel in de botten kuierden we gezamig door de drukke Molenstraat. Dat ook deze keer onze rustige wandeling in een ordeloze terugtocht zou ontaarden leek tot een contra-dictie te behoren. Als een wervelwind zo plot en onverwachts maakte 't zich meester van de bevolking. Alles gilde en schreeuwde weer over de straten en draaften op 't Walplein aan. 't Was een ware paniek.
We behoeften deze keer niet te informeren wat er nu eigenlijk te doen was. Overal hoorden met uitroepen: "De moffen zijn er weer!"
In mijn hoedanigheid van correspondent had ik pal moeten staan maar ook mij greep de paniekduivel onbarmhartig in zijn klauwen en ook ik rende naar de beschuttende muren van het Instituut. Nauwelijks was ik binnen haar poorten of de mitrailleurs knetterden er vinnig op los. In de Begijnenstraat stond een pantserwagentje op het trottoir klaar voor de aanval. De moffen had 't deze keer op de Jurgensfabrieken gemunt. Waarschijnlijk hadden de tobbers "Heimweh" naar de heerlijke cigaretten en de kruiden oude Dols die daar opgestapeld lagen. Ondanks de stevige Engelse bezetting van die dag welke bestond uit ongeveer 30 pantserwagentjes, wisten de snode boeven toch te ontsnappen; ze vluchtte de polder in achtervolgd door 'n geestdriftige paffend Oranje-leger. Tot zover onze oorlogscorrespondent.
Onder de avondrecreatie werden onze toch al zo geschokte zenuwen nog een keertje heen en weer gerammeld door twee geweldige ontploffingen. De gehele recreatiezaal schudde en beefde. Tot m'n allergrootste voldoening stormde een groot gedeelte der communiteit naar buiten. Drie leden onzer kloostergemeenschap vluchtte in onze schuilloopgraaf en remden tussen haar beschermende wanden hun al te onstuimige harteklop. Dat zich onder deze drie kloosterbroeders ook Frater Canisio bevond, zal misschien menige wenkbrauw omhoog doen welven.


Terug
Naar boven