OSSE HISTORIE
ZONDAG 17 SEPTEMBER 1944
Bevrijdingsdagboeken
Van 17 tot en met 27 september 2014 zet het Stadsarchief elke dag fragmenten uit dagboeken op de site van verschillende mensen die de bevrijding van Oss hebben meegemaakt. Dit zijn hele verschillende mensen; een broeder, frater, journalist en twee inwoners van Oss. In de inleidende tekst leest u meer over deze schrijvers.
Pater Simplicius: 's avonds om 6 uur: Terwijl ik hier in den Carmel van Oss (Molenstraat 118) rustig op mijn kamer zit na te mijmeren over het onvergetelijke schouwspel, dat wij hier hedenmiddag hebben meegemaakt, komt in mij plotseling de gedachte op, om enkele korte aantekeningen te maken over de geweldige gebeurtenissen, die voor ons Nederlandse Volk nu aangebroken zijn. Mogen deze bladzijden in de toekomst in ons opnieuw blijde herinneringen wekken aan de spannende dagen, die we toen hebben beleefd en die het begin waren van onze bevrijding, waarnaar we reeds zo lang hebben uitgezien. Tevens schrijf ik deze bladzijden als een verslag van de gebeurtenissen, die ikzelf persoonlijk hier in Oss heb meegemaakt, opdat ze later bij ons thuis in Bornerbroek kunnen lezen, hoe het mij in die dagen is vergaan, toen er geen enkel contact tussen Oss en Bornerbroek mogelijk was. Het is moeilijk om de stemming weer te geven, waarin wij en met ons heel de bevolking van Oss verkeerden, toen hedenmiddag de operaties van de Engelse luchtmacht in ons land begonnen. Toch wagen wij een kleine poging en wij hopen, dat de lezers van deze bladzijden hieruit de blijde stemming mogen kennen, waarvan zij ook zelf waren vervuld, toen ook voor hén het uur der bevrijdingen geslagen had.
Het is Zondag 17 September 1944. Heel de morgen van deze dag zond de herfstzon haar helder-koesterende stralen over het vlakke Brabantse land. Het vreedzaam tafereel van deze Brabantse Zondagmorgen echter werd gestoord door een voortdurend schieten en een gebulder, waardoor we telkens werden opgeschrikt, zonder dat we wisten, wat dit alles te betekenen had. Nú begrijpen we, dat dit niets anders geweest kan zijn dan een doorlopend bombardement op alle afdelingen van het Duitse luchtgeschut hier in den omtrek en in die gebieden, die hedenmiddag door de onvergetelijke invasie met luchtlandingstroepen van de Engelsen en Amerikanen tot gevechtsterrein geworden zijn. Toen wij hedenmiddag onze maaltijd verorberd hadden, begraven wij ons gewoonte-getrouw naar ons Nachtkoor, waar we de Vespers en Completen van de Zondag baden. Daarna - het was ongeveer half 2 - gingen de meesten van ons een poosje wandelen in de grote tuin, die wij hier in Oss hebben. Enkelen echter - en daaronder bevond ook ik mij - gingen aanstonds naar boven, om het gebruikelijk middagdutje te doen. Daar zou echter niet veel van terecht komen! Ongeveer om kwart vóór twee daverde de lucht hier van de vliegtuigen, en daar ik begreep, dat er iets bijzonders te doen moest zijn, sprong ik het bed uit en ging voor het raam staan om te kijken. Ik zag een stuk of zes vliegtuigen, die hier boven Oss rondcirkelden en waarvan er eentje zeer laag was. Ik dacht, dat het een luchtgevecht was, en omdat ik dat nog nooit gezien had, haastte ik mij naar beneden en liep de tuin in. Het was in de tuin een schreeuwen en roepen van belang. Overal in het rond vlogen de Engelse jagers op zeer geringe hoogte, blijkbaar zonder vrees voor het Duitse afweergeschut. Dat afweergeschut was trouwen diezelfde Zondagmorgen door de Engelse jager geheel onklaar gemaakt. Want heel de middag was er van Duits luchtgeschut geen spoor te bekennen. We stonden dan met zijn allen zo te kijken naar de Engelse jagers, die met een verbazende snelheid door elkaar cirkelden, als plotseling één van onze Paters uitriep: "Dat zijn zweefvliegtuigen; ik kan het touw zien!" - Inderdaad, aan beide kanten van Oss gingen twee slierten van vliegtuigen. Voorop vloog telkens een gewoon vliegtuig, dat aan een lange, duidelijk zichtbare kabel een zweefvliegtuig meetrok. De ene sliert van vliegtuigen ging in de richting Arnhem - Nijmegen, de andere in de richting Grave. Deze optocht van vliegtuigen met zweefvliegtuigen duurde van twee uur tot drie uur. Hoeveel het er waren, weet ik niet, want ze waren ontelbaar, maar het waren er zeker duizend, en dan nog niet eens meegeteld de maassa's jagers, die er beschermd rondomheen vlogen. Het was een geweldige schouwspel. En ofschoon er luchtalarm "onveilig" geblazen werd, liep het op de straat vol van mensen; zelfs stonden er vele op de platte daken van de huizen. Om een uur of drie werd het minder. De trekvliegtuigen kwamen telkens na een kwartier weer terug. Dus moest de landing niet veraf hebben plaatsgehad. Waar? Dat wist natuurlijk niemand, maar ze dachten allemaal, dat het bij Arnhem of Nijmegen zou zijn. Afijn, ze zullen maar afwachten totdat er berichten komen. Na het Lof, dat hier altijd om half vijf is, hoorden wij allerlei geruchten. Men vertelde dat er 70.000 á 80.000 Engelsen bij Arnhem en Nijmegen geland waren en ook tussen Rijn en Lek, dat Arnhem en Nijmegen door de Engelsen veroverd waren, dat Nijmegen in brand stond, enz. enz... We wachten af, welke berichten er vanavond zullen komen. In elk geval; we weten nu, dat de bevrijding en de vrede in zicht zijn......
's avonds om 10 uur: De meeste Duitsers, die hier in oss lagen, zijn gevlucht. Ze vertrokken met auto's en fietsen. Het was een zielig gezicht. Vele Duits soldaten stond het huilen nader dan het lachen. Dat is te begrijpen ook! De berichten van vanavond meldden alleen, dat de Engelse zweefvliegtuigen geland zijn benden Rijn en Lek. Verder gaan er geruchten, dat er in de straten van Nijmegen heftig gevochten wordt, dat de Engelsen het plaatsje Wychen (tussen Nijmegen en Oss) bezet hebben, maar van Arnhem is niets bekend geworden. Alleen zegt men ook, dat bij Wolfheze (bij Arnhem) gevochten wordt. We zien de komende dagen met spanning tegemoet en hopen op een rustige nacht.
Frater Helenus: Gedurende de voormiddag was er geweldige activiteit in de lucht van Engelse en Amerikaanse jagers en bommenwerpers. De Osse luchtbeschermingsdienst zag zich zelfs genoodzaakt luchtalarm te geven. Het Duitse afweergeschut knetterde wanhopig. Om ongeveer half twee werd deze activiteit zo groot, dat je meeste monniken reeds tot elkaar zeiden: Er gaat hier iets bijzonders gebeuren. Allerlei soorten jagers cirkelden rond wat merkwaardig was; ze kamen steeds lager. Dit alles was echter maar een kindkluchtje in vergelijken met het klassieke dreun dat ze een half uurtje later te aanschouwen kregen. Het zal ongeveer half drie geweest zijn toen een zeer monotoon gebrom alle ogen naar de lucht deed kijken. Groten drommen vliegtuigen kwamen in de verte aangestevend. Overal hoorde men uitroepen als: O, wat zijn ze laag! Kijk ze komen hierover. De juiste klanken waarmede deze uitroepen de lucht vulden kan ik moeilijk aangeven daar geen voldoende fonetische tekens aanwezig waren. Men vergeve mij dus deze onnauwkeurigheid. Ondertussen kamen de monsters steeds nader. Reeds hingen er tientallen vlak boven ons hoofden. Duidelijk kon men de onderscheidingstekens zien. Nee dat waren Engelsen. Waar haalden ze die moed vandaan. Werkelijk zo laag hadden we nog nooit een Tommie gezien. Bijna alle fraters zelfs de meest bezadigden konden hun enthousiasme niet meer bedwingen. Toen een van onze snuggerste plots de opmerking maakte, dat er touwen tussen de vliegtuigen hingen, toen eerst kwamen de stemmen los. We voelden het als instinctmatig aan wat hier over onze hoofden gaat is voor ons. Jongens we worden bevrijd. Overal hoorde men blijde uitroepen. Een met een gewestelijke mondje waagde zich maar niet meer aan zijn moedertaal en schreeuwde in chique Duits: "Immer neue Wellen". En waarachtig steeds nieuwe golven trekkers en zweefvliegtuigen passeerde Oss. Het was een uniek gezicht. Honderden en honderden bromden er door de lucht. De jagers buitelden met jeugdige overmoed en vervaarlijk geraas "ins blaue hinein". Enkele twijfelaars vertelden ons dat we ons asjeblieft niet blijk moesten maken met een dode mus. Die luchtlandingstroepen waren niet voor ons. De communiteit begon vervaarlijk te grommen en te sissen en wilde de pessimist te lijf gaan. Onmiddellijk daarop kwam het bewijs dat ons optimisme rechtvaardigde. Hele zwermen trekkers waren reeds op terugweg, terwijl onder hen steeds nieuwe golven "gliders" naar het front vlogen. Ruim een uur had het onophoudelijk getrokken. Geen enkele monnik was nog binnen. Het hele convent stond verstomd als de Galileër naar de hemel te staren. Frater Vitus met zijn kaartclub kwam een half uur te laat. De kronieken zullen van deze grote nalatigheid steeds de stomme getuige blijven. Als merkwaardigheid dient nog vermeld dat vlak boven onze hoofden een zweefvliegtuig van zijn trekker losraakte. Het is geland in Macharen. De Osse bevolking trok er in grote getale er op af om de piloten van harte te verwelkomen en het een en ander te gappen als de baan veilig was. Zes moffen die nog in huis verbleven trokken die middag weg na een hartelijk afscheid. Eentje had n.l. het leuke idee om het hele tentgenootschaap op een goedkope manier op het kerkhof te helpen. Hij wilde een handgranaat in ons recreatiegroepje werpen, omdat twee fraters in de buurt van zijn voormalig slaapvertrek waren geweest. Gelukkig had een andere mof nog zoveel tegenwoordigheid van geest - en dat wil wat zeggen in zo'n benaderde toestand, om hem van dit smakeloos grapje af te houden. De meest wilde en vreemdste geruchten deden onmiddellijk de ronde. Ons enthousiasme had ond verstand zo beneveld dat we allen stellig verwachtten dienzelfden avond nog de Tommies de hand te kunnen drukken.
"De Sirene": Vanmorgen werden vóór de Hoogmis alle jongemannen, die in „de gevaarlijke leeftijd" verkeren en in het portaal van de Paterskerk kwamen doodgemoedereerd en linea recta naar huis gestuurd. Er waren n.l. berichten doorgesijpeld, dat er tijdens of na deze H. Mis een razzia zou gehouden worden. Als het niet zo ernstig was geweest, had men er mee kunnen lachen! Al de jong getrouwde mannen en jongens, die ijskoud de aanmaning kregen om datgene na te laten, wat in normale tijd als een zware plicht wordt beschouwd. Nee: Feitelijk was het ook weer in het geheel niets om er mee te lachen. Het is wel erg zich zelfs in het Godshuis niet veilig te weten. Toch zijn er nog onder de kerkgangers(sters), die zich niet al te druk over een onvrijwillig reisje naar Duitsland behoeven te maken, geweest, die met verbaasde blikken de haastige aftocht gadesloegen. Wel een beetje onnozel! Dezulken leven echter gelukkiger, dan zij, die er van op de hoogte zijn, hoe penibel de toestand is en wat er nog allemaal kan gebeuren. Een kat in nood maakt soms zulke rare sprongen. En wat voor een kat is de bezetter! Veel meer kan men spreken van een bloeddorstige en in het nauw gedreven tijger, die verwondt waar hij maar kan verwonden. Niettemin verliep de aftocht van de jongemannen heel rustig. Later bleek, dat er loos alarm was gemaakt. Gelukkig beter zo dan anders. Intussen is er een grote troost, die moed geeft. In deze dagen kan er van alles gebeuren, ook veel goeds! Er is iets bijzonders op komst. Is de Duitser een in het nauw gedreven tijger, die met z'n knechtjes tot alles in staat is, hij is ook bang, erg bang. Want de vrijheid komt elke dag nader. Geen wonder dat niemand er iets voor voelt om nog enig risico te lopen en in Nazidonië terecht te komen. Begon deze dag nogal sensationeel hij heeft hiermede buitengewoon verrassende gebeurtenisen opgeleverd, gebeurtenisen waarvan de machtige naklank nog immer beroert en doorzindert. Ondanks al het geronk en gedonder was het bijna te mooi.... Die buitengewoon verrassende gebeurtenissen vingen tegen tien uur aan. Er kwamen toen Engelse jagers in de lucht, er kwamen er meer. Het werd druk en het bleef druk. Ze snelden heen en weer en dwarrelden op en neer alsof er geen "Luftwaffe" bestond. Misschien is het inderdaad wel zo! In ieder geval heeft de trotse macht van maarschalk Göring - althans in de lucht - geen enkel verlies geleden. Die schitterde door afwezigheid, had haar domein zeker volgens plan ontruimd. Toch bleek, dat al die Engelse jagers zo maar niet voor de aardigheid in de lucht waren. Zij ondernamen geen speelse vluchten. Uit knallen welke van hier en daar ons bereikten, en ook uit mitrailleurvuur kon men opmaken dat onze vrienden ons niet zo maar eens de groeten kwamen brengen of enkel maar eens kwamen kijken. Ze kwamen ook iets doen n.l. moffen en hun stellingen bestoken en opruimen. Van half elf tot half twaalf was er luchtalarm. Daarna werd het zo ongeveer stil, maar het zou niet stil blijven! Want om half twee werd er wederom gevlogen en gilden nogmaals de sirenes. Aanvankelijk schonk men aan de verlevendigde activiteit niet al te veel aandacht. Men had deze dag al zovele Engelse jagers zien rondbuitelen! Doch waren het ditmaal wel jagers? Het gezoem en geronk, dat uit de verte kwam aandrijven en steeds sterker werd, klonk zo geheel anders! Het was diep van ondertoon, zo diep als de donder ooit grommelde, maar constant van geluid en almaardoor toenemend in donkere intensiviteit. Maar hoe donker ook van een zwaar timbre, hoe dreigend in andere omstandigheden ook, men kroop er niet voor terug in de veilige omslotenheid van de eigen woning of van zelf gemaakte schuilkelders maar men werd er door naar buiten getrokken als door een magische kracht, terwijl ook het geroep, het opgewonden geroep van de buren, zijn invloed niet miste. Men moest gaan kijken! Het schouwspel dat zich toen ontvouwde zal men nimmer meer vergeten.... In de voorafgaande jaren was men wel aan het een en ander gewend geraakt. Nacht na nacht waren er honderden bommenwerpers van en naar Duitsland getrokken, hoog over komend en zingend hun eigenaardige zang, steeds stijgend en dalend in doffe vibratie. Men had in maanverlichte nachten naar boven gestaard, zich een voorstelling gemaakt van rijen voorbij glijdende oorlogsmachines als geheimzinnige en ongeziene vogels. Later waren overdag de Amerikaanse vliegende forten gekomen in immer grotere getalen. Het waren echter kleine stippen geweest, met het blote oog nauwelijks te onderscheiden, doch die langs de hemel dunne grijze strepen hadden getrokken, welke uitdijend langzaam vervluchtigden. Toch hadden die strepen als het ware banden gevormd tussen ons en de landen van overzee. Doch dit alles was slechts een onbeduidend voorspelletje geweest van datgene wat zich thans vertoonde, een luchtshow in optima forma en gevormd door een oneindigheid van steeds andere en zware vliegtuigen. Over een breed front kwamen ze aanzetten, voortgedreven door hun krachtige motoren, laag voorbijglijdend, kalm en onweerstaanbaar, zo laag, dat ieder vliegtuig zich als een gevaarte tegen de lucht aftekende. En achter elk vliegtuig voer een zelfs enormer transportvliegtuig mee, nog rustiger op z'n trekker. Ze passeerden zo laag, dat de sleepkabels waren te zien.... en de ene golf volgde de andere op en overal, waar men keek, waren er vliegtuigen en transportvliegtuigen, voor en achter, links en rechts boven de huizen en boven de velden.... Dit machtige schouwspel duurde en bleef duren. Intussen straalde er een mooie Meizon op al die vliegtuigen en was er een blije zon in bijna alle harten. Wat deerde het dat men wegens het luchtalarm niet op straat mocht komen en zich nog altijd gevangen wist door een barbaarse overweldiger.... Want vanuit tuin en vanaf z'n dak zag men de onweerstaanbare voorboden voorbij trekken, een luchtleger op zichzelf.... Wat zou het worden wanneer de eigenlijke grote hoofdmacht, op dezelfde fenomenale wijze uitgerust, zou arriveren? Er stonden binnenkort grootse dingen te gebeuren! Men voelde zich al vrij, vrij.... Toch moest men zich beheersen. Onze vrienden waren weliswaar boven ons, maar niet bij ons! Niet minder dan 2 lange en mooie uren trok het reusachtige luchtleger voorbij en toen de laatste vliegtuiggolf in de verte was verdwenen, nagestaard door honderden - er waren er geweest die blij hadden gelachen maar er waren er ook geweest, die van ontroering hadden geschreid - werd het signaal „veilig" gegeven. Veilig?! 0 bittere ironie! Tijdens de uren, waarvoor het luchtalarm van kracht was, voelden we ons veiliger dan daarna, toen de moffen het bedoelde signaal gaven. Want toen werd het weer oppassen. Niet voor allen, en die hadden gedurende de 2 uren zuur gekeken! Vanzelfsprekend deden vanavond allerlei geruchten de ronde. De vliegtuigen zouden geladen zijn geweest met parachutisten, de zweefvliegtuigen zouden wapens, auto's en zelfs tanks hebben bevat. Ook zouden diverse plaatsen in Brabant, Gelderland en Utrecht „volgens zeggen" al zijn bevrijd! Waarom wij niet??? Met spanning zag men uit naar de radioberichten met Engeland. Ze vertelden echter niets. Jammer, maar begrijpelijk. Wat zal de dag van morgen gaan brengen? Wat, wat!?.. Hoe dan ook: Zondag 17 September was wél sensationeel en veelbelovend. Ook historisch?
Terug
|